In een huis aan de kust woont Doktor Dolittle met een aap, een hondje, een varken, een krokodil, een eend en een papegaai. Hij kent de taal van dieren. Een zwaluw vliegt naar hem toe en vertelt over een vreselijke ziekte onder apen in het verre Afrika. Dolittle en zijn dieren gaan aan boord van een schip en beginnen aan een hilarische reis.