Anna brengt elke zomer met haar man door in een wijk enkele tientallen kilometers buiten Praag. Ze zijn al een eeuwigheid samen, dus hun huwelijk is, zoals zo vaak, verworden tot routine en stereotypen. De man verdeelt zijn tijd al lange tijd eerlijk tussen drinken met vrienden in de kroeg en het maken van scheepsmodellen van lucifers in flessen; zijn vrouw is voor hem vrijwel onzichtbaar. Anna brengt elke zomer een aantal dagen door en geniet van regelmatige ontmoetingen met haar vrienden en collega's die haar bezoeken in het pittoreske Midden-Bohemen tijdens fietstochten rond het Kamýk-kasteel.